Er is een simpel trucje om te achterhalen of je in de tegenwoordige tijd -d of -dt moet schrijven. Vergelijk het werkwoord waarover je twijfelt met een werkwoord waarvan de stam niet op een -d eindigt – bijvoorbeeld lopen– en spel het op dezelfde manier.
Theorie: de verleden tijd
't Kofschip is een trucje waarmee je kan bepalen hoe je de verleden tijd van een regelmatig werkwoord moet spellen.
kletste maakte smeekte
schrobde brandde veroordeelde
Opgelet
verhuisde, want de stam is 'verhuiz-'
Theorie: het voltooid deelwoord
Ook bij het voltooid deelwoord kan je het trucje van het 't kofschip toepassen.
gekletst gemaakt gesmeekt
geschrobd gebrand veroordeeld
Opgelet
gefuifd, want de stam is 'fuiv-'
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooide deelwoorden kunnen gebruikt worden als bijvoeglijke naamwoord bij een zelfstandig naamwoord. De vorm van zo'n bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord komt daardoor niet altijd overeen met de persoonsvorm van de verleden tijd.